Tech Tip: Het kalibreren van je drone

De moderne camera drones zitten boordevol hele slimme technologie. Door een combinatie van sensoren en computerchips worden de drones extra veilig en zijn ze erg gemakkelijk te besturen. Soms komt het voor dat de sensoren in de war raken, door bijvoorbeeld een crash of een verstoring van het signaal. Je hebt dan misschien een scheve camera, of een stuurafwijking tijdens het vliegen. Dit kun je in veel gevallen zelf heel gemakkelijk oplossen, door de drone opnieuw te kalibreren. Het kalibreren van sensoren houdt in dat de mogelijke afwijking van de sensoren gereset wordt. Een simpel voorbeeld: Als jouw hoogtemeter zegt dat de drone op 1 meter hoogte zit, kan het zo zijn dat de drone eigenlijk 1,5 meter hoog is. Een kalibratie zorgt ervoor dat deze afwijking gecorrigeerd wordt, en dat de getoonde waarden in de praktijk kloppen. In dit artikel zal ik je uitleggen hoe je je sensoren kalibreert voor drones van DJI.

IMU-kalibratie

IMU staat voor Inertial Measurement Unit. Dit is een elektronisch component wat er simpel gezegd voor zorgt dat de drone recht blijft vliegen. Elk toestel heeft een IMU aan boord. Als je IMU niet goed werkt, kan je drone bijvoorbeeld scheef in de lucht hangen, en dit kan veel moeilijkheden opleveren tijdens het vliegen. Na verloop van tijd kan een IMU een kleine afwijking krijgen. Gelukkig is dit heel makkelijk waar te nemen en op te lossen in de DJI Go app.

• Ga naar het menu rechtsboven, aangegeven met drie bolletjes.
• Druk op het eerste submenu, met als plaatje het bovenaanzicht van een drone.
• Helemaal onderin zie je een knop “Sensors”.
• Hier zie je de status van de IMU’s. Als de balkjes geel of rood gekleurd zijn, is het verstandig om op “Calibrate IMU” te klikken.
• De app leidt je door dit proces heen. De drone moet op een recht oppervlak staan, zodat hij een goed referentie-level heeft. Op het scherm komen instructies te staan om de IMU te kalibreren.

Kompas-kalibratie

Door de aanwezigheid van het kompas kan je drone zich oriënteren op de windstreken tijdens het vliegen, door middel van het magnetisch veld van de aarde. Door het kompas weet de drone wat noord, zuid, oost en west zijn. Hierdoor zal hij altijd de goede richting uit vliegen. Net zoals een “klassiek” kompas, kan het kompas van de drone storen. Dit gebeurt vaak als je binnen vliegt, of ergens bent waar het magnetisch veld wordt verstoord. Dit levert afwijkingen op in het vlieggedrag van je drone. Als de drone opstijgt op een plek die ver verwijderd is van zijn vorige opstijgpunt, kan het kompas minder goed werken. Vanaf een afstand van 50 kilometer is een kalibratie verstandig.

• Ga naar hetzelfde “Sensors”-menu als voor je IMU’s.
• Hier zie je bovenaan een knop “Compass”.
• Ook hier heb je de mogelijkheid een kalibratie te starten. De app zal instructies tonen. De drone dient in verschillende posities in een cirkel om zijn as te worden gedraaid. Het is verstandig dit altijd buiten te doen, omdat het kompas daar het beste werkt.

Gimbal-kalibratie

De gimbal is het elektrische systeem wat ervoor zorgt dat je camera zich kan stabiliseren tijdens een vlucht. In principe is de gimbal zodanig afgesteld dat de camera altijd een rechte horizon heeft. Na verloop van tijd, of door een ongeluk, kan de stand van de gimbal een kleine afwijking krijgen. Ook dit is makkelijk op te lossen in de DJI Go app!

• Ga naar het menu rechtsboven, aangegeven met drie bolletjes.
• Navigeer nu naar het tweede submenu van onder, aangegeven met een plaatje van een cameraatje.
• Hier zie je de optie “Auto-calibrate gimbal”.
• Zorg ervoor dat de drone op een recht oppervlak staat, en laat de kalibratie starten.

Door de status van je IMU’s, kompas en gimbal goed bij te houden, en af en toe te kalibreren, is je drone verzekerd van een lang leven, en kun je altijd met een gerust hart de lucht in!